De oude garde van Onze Gezellen
In Haarlem-Noord is Onze Gezellen een vereniging met een lange geschiedenis. Het 100-jarig bestaan zal in 2025 op grootse wijze gevierd gaan worden. Maar een club kan natuurlijk nooit zo lang bestaan zonder oude garde. Met een selectiegroep clubmannen spraken we over het verleden, heden en toekomst van Onze Gezellen. Frans Zwart, Johan Goes, Thon van Kesteren, Roy Thoolen, Erik Bouman, Rob Hoes, Aad Felix, Lardie Geurtz, Jan en Nol Smit en Frans Hennequin maakten allemaal graag gebruik van de uitnodiging van voorzitter Hans Rutte om aan tafel aan te schuiven voor een mooi artikel in 433 Magazine over hun Onze Gezellen.
De mannen hebben er deze vrijdagmorgen eind oktober duidelijk zin in. Laatkomers zijn er niet en al voor het officiële gedeelte begint, komen de gespreken over het verleden op gang en worden aan elkaar fraaie foto’s uit het zwart-wit tijdperk getoond. Daarnaast wordt de vraag gesteld hoeveel pagina’s er beschikbaar zijn in het blad. Een speciale uitgave van 433 Magazine zien de mannen ook wel zitten. Maar voor het tijd is om alles over hun ervaringen bij Onze Gezellen te delen met 433 starten we met het maken van een mooi groepsportret. Jan Smit is het oudste lid en ondanks zijn hoge leeftijd nog zeer jong van geest. ‘Ik ben al lid sinds 1949 en moest mij destijds melden bij de heer Theo van der Putten. Hij vertelde mij dat ik mocht starten in de D2. Voor de eerste uitwedstrijd bij stadsgenoot Alliance’22 werd door Piet Schoorl een fiets geregeld, want die had ik zelf niet. Smit vertelt dat Onze Gezellen ook in de beginjaren al de aantrekkingskracht had van een magneet. ‘Het aantal leden bij de aspiranten groeiden snel.’ De naam Smit is niet zomaar een naam binnen de club Onze Gezellen. Hele generaties zijn of waren lid van de vereniging.
‘Ja, dat is zeker kenmerkend voor onze club. Wanneer je hier binnenkomt, blijf je hier komen’, aldus Erik Bouman. Zelf doorliep hij vanaf 1970 de hele jeugdopleiding. Na een kort uitstapje bij HFC Haarlem voetbalde hij 15 jaar in de selectie en groeide uit tot de leider op het middenveld. Tegenwoordig is Bouman hersteltrainer bij de club. Roy Thoolen switchte in de B- jeugd van honk- naar voetbal en groeide snel door de hoofdmacht. ‘Erik was mijn leider en is eigenlijk mijn ontdekker.’ Thoolen haalde met Onze Gezellen de derde klasse. Als rechtsvoor behoorde scoren niet tot zijn specialisme. Tegen ZSGOWMS lukte het wel. ‘Een toevalstreffer’, zo omschrijft hij het zelf. Dat we hier met gouden krachten voor een vereniging te maken hebben, blijkt wel uit de vele functies die de mannen hebben vervuld voor de club en nog doen. Uit de verhalen komen alle taken die nodig zijn om een vereniging te kunnen laten draaien voorbij. En dat vroeger alles beter was, is zeker niet altijd waar. Zo was Johan Goes in een grijs verleden de vaste grensrechter van de hoofdmacht. ‘Dat heb ik minimaal vijftien jaar gedaan, maar ook in die tijd kwamen excessen regelmatig voor en moest je dus stevig in je schoenen staan.’
Het volledige artikel is te lezen in de december-editie van 433 Magazine.
