De jeugd heeft de toekomst
Als speler waren RKAVIC en sc Buitenveldert zijn clubs. Vele jaren later gaat er voor Carl Beijer niets boven Onze Gezellen. De eerste kennismaking met de vereniging staat hem nog helder bij. Het was een regenachtige zaterdag toen hij zich met zijn jonge zoons op het complex in Haarlem-Noord meldde. Vele jaren verder is de liefde beslist nog niet bekoeld. Als bestuurslid technisch zaken zet Beijer zich vol enthousiasme in voor de club.
Volgens hem ziet de toekomst van de familieclub er zonnig uit. Er is voldoende nieuwe aanwas van nieuwe leden en ook de kwaliteit neemt zichtbaar toe. Zo is de Onder 16 opgeklommen naar divisie niveau en zo uitgegroeid tot het vlaggenschip van de jeugd. Beijer: ‘Het is nu zaak om dit verder uit te bouwen, maar dat kost tijd.’
Met naar schatting rond de 450 jeugdleden heeft Onze Gezellen geen reden tot klagen. Beijer: ‘Daar mogen we beste trots op zijn, zeker ook als je de teruglopende aantallen bij veel clubs om ons heen ziet. Volgens Beijer is de tijd rijp om een nieuwe slag te slaan. Zo denkt de club er over om naast de drie al aanwezige jeugdcoördinatoren een hoofd jeugdopleiding aan te stellen om Onze Gezellen organisatorisch uit te bouwen en de continuïteit op de lange termijn te bewaken.
Met de borst vooruit
‘Wij zijn maar Onze Gezellen’, volgens Beijer is deze bescheidenheid in combinatie met het soms wat conservatieve denken ook wel kenmerkend voor de club en wordt het tijd om dit meer los te laten. ‘We mogen eigenlijk wel iets meer met de borst vooruit lopen. We zijn een middelgrote vereniging en hebben een enthousiaste en stabiele trainerskern. Een groot deel gaat ook komend seizoen door. Daar zijn we enorm gelukkig mee en investeren we ook graag in. We stimuleren onze trainers om aan cursussen van de KNVB mee te doen en faciliteren deze ook.‘ Waar volgens Beijer nog rek inzit, is het niveau waarop het eerste elftal actief is. ‘De vierde klasse past niet bij Onze Gezellen als je in de spiegel naar het totaalplaatje kijkt en daar willen we verandering in brengen.’ Promoveren is echter geen sinecure, maar moet wel het doel zijn. Positief is dat er vanuit de jeugd zeker enthousiasme is om richting het eerste elftal te groeien. ‘We hebben door een tekort aan spelers dit seizoen al een aantal jongens in de leeftijdscategorie van zestien tot en met achttien jaar moeten inzetten. Ze ontwikkelden zich uitstekend en ook heel belangrijk, ze vonden het erg leuk. Gelukkig hebben we volgend seizoen bovendien weer een Onder 19 wat voor de doorstroom ook heel belangrijk is. Ook op het gebied van meiden- en vrouwenvoetbal is Onze Gezellen goed vertegenwoordig en dat zorgt volgens Beijer niet alleen op het veld, maar zeker ook in de kantine voor een leuke dynamiek. ‘Als Onze Gezellen doen we het met z’n allen vrij goed en daar ben ik best trots op.’
Dit artikel is ook terug te vinden in de juni-editie van 433 Magazine die binnenkort verschijnt.
